Rivaldo Tevrede nieuwe JDK-ambassadeur
‘Vroeger dacht ik: zie je wel, ik kan toch niks’
Even voorstellen: dit is Rivaldo Tevrede (16). Sinds eind 2016 is hij ambassadeur van Jongeren Die het Kunnen (JDK). Uit eigen ervaring weet Rivaldo dat een beetje hulp op het juiste moment het verschil kan maken. ‘Vroeger was ik een lastige jongen die slecht luisterde. Nu wil ik jongeren helpen zoals JDK mij heeft geholpen. Op straat rondhangen heeft geen zin. Je moet wat van je leven maken.’
Nog niet eens zo heel lang geleden zag de toekomst er niet best uit voor Rivaldo. Met een diagnose ADHD/ODD op zak ging hij naar een school voor speciaal onderwijs. Daar voelde hij zich totaal niet op z’n plek. ‘Iedere dag vlogen de stoelen door het klaslokaal en was het vechten. Die kinderen daar waren zo heftig.’
Hoe was je terechtgekomen op die school?
‘Op basisschool vonden ze me een lastige jongen. Ik luisterde slecht en vocht vaak met andere kinderen. Ze hebben me laten testen en uit die test bleek dat ik ADHD en ODD heb. Ik moest aan de Ritalin, waardoor ik veranderde in een slome zombie. Jaren later kwam ze erachter dat ik allergisch ben voor dat medicijn. Ik mocht stoppen, maar vanwege mijn diagnose moest ik wel naar het speciaal onderwijs’.
Heb je ook een idee waarom ze je op de lagere school zo lastig vonden?
‘Nou.. ik wilde altijd mijn zin hebben en was snel boos. Als klein jongetje ben ik thuis best wel verwend. Ik was nog maar zeven maanden toen mijn vader overleed. Mijn moeder stond er alleen voor met vier zoons. Ik heb veel bewondering voor haar. Ze heeft altijd goed voor ons gezorgd. Misschien omdat ik de jongste ben, kreeg ik thuis alles wat ik wilde. Als het bij mijn moeder niet lukte, ging ik gewoon naar mijn broers. Zij verwenden me met games en speelgoed.’
Maar niet ieder verwend jochie heeft ook ADHD…
‘Nee. Onlangs hebben ze me opnieuw getest en nu blijkt dat ik helemaal geen ADHD of ODD heb. Als ik daar aan denk, word ik boos en verdrietig. Hadden ze me vroeger maar beter geobserveerd. Dan had ik misschien niet naar het speciaal onderwijs gehoeven.’
Hoe ben je in contact gekomen met Jongeren Die het Kunnen?
‘Meester Virgil van JDK was bij mij in de klas om een andere jongen te begeleiden. Nadat hij mij een poosje had geobserveerd, vroeg hij: “Wat doe jij hier? Ik vind dat jij helemaal niet op deze school hoort.” Hij heeft mijn moeder gebeld en ervoor gezorgd ik ook bij JDK kon komen. Dat was voor mij een ommekeer, ik vond het super. Na schooltijd gingen we met JDK sporten. Maandag voetbal, woensdag kickboksen en vrijdag fitness. Daar heb ik zoveel van geleerd.’
Wat heb je dan bijvoorbeeld geleerd?
‘Vroeger kon ik niet op mijn beurt wachten. Ik wilde altijd het laatste woord hebben, ook bij volwassenen. Dat hoeft nu niet meer. Bij JDK heb ik geleerd dat je meer bereikt als je op een andere manier met mensen omgaat. Met meer respect voor de regels. Ik ben ook niet meer zo snel boos op mezelf.’
Boos op jezelf?
‘Ja. Als iets vroeger niet meteen lukte, baalde ik enorm van mezelf. Dan dacht ik: zie je wel, ik kan ook niks. Geen wonder dat ik naar die stomme school moet. Ik werd er heel onzeker van om daar te zitten. Na schooltijd zat ik vaak op mijn kamer te piekeren. Soms schoot door mij hoofd: het heeft geen zin, ik geef het op.’
En nu?
‘Nu volg ik een opleiding voor beveiliger. Ik wil iets bereiken in het leven, zodat mijn familie trots op me kan zijn. Het liefst wil ik het leger in. Met JDK waren we laatst op legerkamp. Dan moet je alles precies op tijd doen en je strak aan de regels houden. Daar houd ik van. Discipline is belangrijk in het leven.’
Wat was er gebeurd als je geen hulp had gekregen van JDK?
‘Dan was ik het foute pad opgegaan. Ik had op straat rondgehangen en was gaan roken en drinken. Dat het nu goed met me gaat, heb ik te danken aan JDK én aan mijn moeder. Zij bleven in mij geloven, ook toen iedereen vond dat ik niets kon.’
JDK heeft je gevraagd om ambassadeur te worden. Hoe vind je dat?
‘Ik vind het goed. JDK heeft veel voor mij gedaan. Nu is het mijn beurt om anderen te helpen. Ik wil de jongeren bij JDK laten zien dat het niks oplevert om de hele dag op straat rond te hangen. Het leven is veel leuker als je er iets van maakt.’